h

Vraagverlegenheid

13 januari 2013

Vraagverlegenheid

De PvdA is een nieuwe route ingeslagen op weg naar het beloofde land. Je hoeft maar te vragen om wat je nodig hebt, uw medemens zal het u geven. Geheel onterecht houden we ons in om anderen de meest intieme verzoeken te doen. In de discussie die ontstaan is over de toekomst van de thuiszorg vertelde PvdA bij monde van haar Staatssecretaris Martin van Rijn in Pauw en Witteman dat we allemaal leiden aan een ernstige vraagverlegenheid. Dat verdient een nadere analyse, dat woord kenden we nog niet!

Ik ben gewend van veel politici dat ze met het grootste gemak over de meest complexe maatschappelijke problemen heenstappen om hun punt naar voren te brengen. Zo is armoede je eigen schuld, je had dan maar een baan moeten zoeken. Mensen die onder de armoedegrens leven, zijn vaker ziek. Dat is uiteraard hun eigen schuld, en verwacht niet dat de normale Nederlander meebetaalt aan de ziektekosten van deze kansarmen. In de nieuwe plannen van het Kabinet wordt onderwijs weer een eliterecht. Ondertussen is het wel weer je eigen schuld als je maar een vuilnisman bent en geen hersenchirurg. Ieders leven is maakbaar, je hebt je eigen glazen ingegooid als je je kansen niet hebt weten te benutten om naar de top door te stoten.

Veel mensen hebben deze drogredeneringen omarmd om zich over te kunnen geven aan een manier van leven die ronduit apathisch te noemen is. We zijn allemaal ingeslapen en dat is eigenlijk nog wel te begrijpen ook. In de strijd om het voortbestaan dat het dagelijks leven vaak is, hebben we toegestaan dat deze politici de gemakkelijkste weg kozen om problemen te bagatelliseren en bezuinigingen door te drukken. Dat klonk ons logisch in de oren. We hebben het allemaal druk met onze eigen problemen, waarom zou ik de problemen van een ander ook moeten oplossen? Onze leiders hebben ons met succes wijs weten te maken dat we aan alle menselijke problemen zelf debet zijn. Waarom zou je je met de problemen van anderen bezig moeten houden? Dat is toch ieders eigen verantwoordelijkheid?

Zelfs de meest apathische mens schrikt wakker wanneer moraalridder van Rijn stelt dat we niet te bescheiden moeten zijn om anderen om hulp te vragen. Met hulp wordt hier bedoeld het boenen van uw badkamer, het doen van al uw boodschappen en misschien het verschonen van uw luier. U hoeft zich niet bezwaard te voelen om uw medemens om deze handelingen te vragen. Ineens realiseren we ons dat er dingen zijn die ons in het leven overkomen, waar we geen schuld aan hebben. We worden allemaal een keer oud en afhankelijk. Allemaal gaan we op een dag zwaarder leunen op de maatschappij, en daar zit niemand op te wachten.

Van Rijn probeert een achterstand in solidariteit in te lopen door mensen op de meest kwetsbare momenten van hun leven te laten ondersteunen door hun directe familie en buren. Die hebben kennelijk toch niets te doen behalve hun eigen huishouden, het opvoeden van de kinderen en hun werk. Zij dienen de schamele vrije tijd die daarna overblijft te besteden aan de taak die we vroeger hadden toebedeeld aan opgeleide professionals. Daar hadden we ook geld voor over. De solidariteit was toen nog door de overheid georganiseerd, maar deze solidariteit is nu onbetaalbaar geworden. In een opzicht heeft PvdA gelijk: solidariteit is onbetaalbaar. Dat betekent echter dat de waarde van solidariteit niet in geld is uit te drukken. We hebben geen tekort aan zorgbudget, het echte tekort hier heeft betrekking op maatschappelijk inzicht en het ontbreken van de menselijke maat.

Het meest wrang is dat we in deze toestand terecht zijn gekomen omdat we hebben toegestaan dat de graaiers onze economie hebben doen instorten. De verregaande teloorgang van de publieke moraal bij schooldirecteuren, zorgdirecteuren, beurshandelaars, politici en andere zichzelf verrijkend Nederlanders, heeft ervoor gezorgd dat de solidariteit tot op het bot is uitgehold. Hier gold de eigen verantwoordelijkheid kennelijk niet. De economische crisis bleek uiteindelijk een morele crisis. Deze moraal moet terugkomen en de solidariteit dient weer gemeengoed te worden. Om iedereen gelijke kansen te geven, dient de overheid dit te organiseren ook om mensen niet te veel te belasten. Dit inzicht is nog niet overal in Den Haag doorgedrongen.

Ik voel me uitgedaagd om mijn eigen vraagverlegenheid aan de kant te zetten om Martin van Rijn te vragen: 'Zijn jullie wel goed bij je hoofd bij PvdA?!'

Martijn Stekelenburg, fractievoorzitter

U bent hier