h

SP stelt vragen over leerlingvervoer

28 januari 2008

SP stelt vragen over leerlingvervoer

Naar aanleiding van een recent bezoek van onze fractie aan het speciaal basisonderwijs in Nieuwegein heeft de SP-fractie besloten een aantal schriftelijke vragen te stellen aan het college ten aanzien van het vervoer van kinderen van en naar school. Op 24 september 2007 heeft de fractie, samen met andere fracties en wethouder Everdingen, een bijeenkomst mogen bijwonen van het bovenschools management Nieuwegein. In deze bijeenkomst werd met name het probleem van het leerling-vervoer binnen het speciaal basisonderwijs aan ons voorgelegd.

Duidelijk werd dat de gemeente voor het verkrijgen van leerlingenvervoer naar school twee criteria hanteert. Namelijk de afstand tussen school en thuis moet groter zijn dan 6 kilometer, en de ouders zijn verantwoordelijk voor het halen en brengen van hun kind.

Het speciaal basisonderwijs maakte ons duidelijk dat voor de meeste kinderen niet de afstand het criterium is waarop het vervoer wordt aangevraagd. Waar voor de meeste kinderen in Nieuwegein een basisschool een buurtfunctie heeft, geldt dit niet voor het Speciaal basisonderwijs, daar er slechts 2 scholen voor het speciaal basisonderwijs zijn in Nieuwegein. Meestal is de tweede regel, namelijk dat ouders verantwoordelijk zijn voor het halen en brengen van hun kind, het echte probleem waar het speciaal basisonderwijs mee kampt.
De gezinnen die gebruik maken van het speciaal basisonderwijs, hebben vaak te maken met zware omstandigheden. Zo speelt vaak onder andere mee: de sociaal emotionele ontwikkeling van een kind, het kind heeft vaak continue aandacht nodig en kan onmogelijk zelfstandig reizen, multi problem gezinnen, ouders die door eigen omstandigheden niet hun kind kunnen halen en brengen.

Een school kan op basis van de hardheidsclausule, gezien het bovenstaande, proberen om een kind toch in aanmerking te laten komen voor het leerling-vervoer. Maar vaak kan er dan geen beroep worden gedaan op deze hardheidsclausule omdat het vaak niet de omstandigheden zijn die de leerling betreffen (maar natuurlijk wel het gezin).

Het speciaal basisonderwijs heeft tijdens de bijeenkomst van 24 september een aantal schrijnende voorbeelden gegeven waarbij leerling-vervoer is afgewezen. Vele fracties waren het met het speciaal basisonderwijs eens: dit moest eenvoudiger en humaner kunnen. Er werden zelfs aan de wethouder oplossingen aangedragen zoals: verruiming van de regels, voor het speciaal basisonderwijs een aantal leerling-vervoer plekken af geven of een kleine commissie in te richten die deze schrijnende gevallen zou onderzoeken en kijken of zij alsnog in aanmerking konden komen voor het leerling-vervoer. De wethouder heeft toen toegezegd om met het speciaal basisonderwijs hierover in gesprek te gaan.

Na ons bezoek van onze fractie aan het speciaal basisonderwijs hebben wij helaas en tot onze grote verbazing moeten constateren dat er geen gesprek hierover heeft plaatsgevonden.
Daarom hebben wij het college de volgende vragen gesteld:

1. Klopt het dat de wethouder ten aanzien van het leerling-vervoer nog niet in gesprek is gegaan methetspeciaal basisonderwijs?

2. Is de wethouder bereid om alsnog, samen met het speciaal basisonderwijs, tot mogelijke oplossingen te komen?

3. De raad te berichten over deze mogelijke oplossingen?

4. Een termijn te stellen waarop de raad deze oplossingen mag verwachten?

5. Hierbij de eerdere aangedragen mogelijke oplossingen als mogelijke optie te onderzoeken? (verruiming van de regels, voor het SBO een aantal leerling-vervoer plekken af te geven of een kleine commissie in te richten die deze schrijnende gevallen zou onderzoeken)

U bent hier